vrijdag 6 juli 2012

6 juli, Phalaborwa Townshiptour en Krugerpark


Vrijdag 6 juli
Om zes uur de wekker, half 7 zitten we aan het ontbijt. Een mooi ontbijtbuffet, met bacon en ei, fruit, diverse soorten brood en cake, drankjes, cereals en yoghurt – dit alles lekker in de open lucht.

Om 7 uur worden we opgehaald door Elias, tourguide bij Sefapane lodge en zelf woonachtig in de townships van Phalawarba. Er gaat een zak mandarijnen mee, een paar flessen ranja en koekjes voor de kinderen van het schooltje wat we vandaag gaan bezoeken. Ook wij hebben een en ander bij ons: schoolspulletjes, speeltjes en stickers, gekocht in Nederland.
Elias blijkt een geweldige verteller. In feilloos Engels legt hij ons het verschil uit tussen villages, de town en de omliggende townships. Voor ons volkomen nieuw.


De town is het centrum van de stad. Hier wonen vaak de rijke blanken in de beste huizen. Villages zijn de dorpen waar de diverse tribes (stammen) wonen. De chief is de baas van een village en wordt dit door erfopvolging. Omdat de chief meerdere vrouwen mag hebben, is er voldoende gelegenheid voor het krijgen van een zoon, zijn opvolger.


Villagers zijn arm. Je kunt het zien aan de huisjes, deze zijn opgetrokken uit klei en afgedekt met platen. Villagers zijn vaak werkloos omdat ze geen enkele vorm van scholing hebben gehad. In de villages zijn vaak geen scholen. Er zijn amper voorzieningen: sinds kort is er elektriciteit, maar omdat dit betaald moet worden wordt het vaak illegaal afgetapt. Er is geen waterleiding, geen vuilophaaldienst enz. Dit alles komt doordat elke vorm van centraal gezag ontbreekt. De chief is de baas en bepaalt wat er wel en niet komt. De villagers leven nog volgens oude stamtradities. Ziek zijn is een gevolg van hekserij, en alles wat hen aan ziekte overkomt ligt niet aan hen maar is voorbestemd. Er is een clinic in de village die wij bezoeken, ingesteld door Mandela. In elke village moest een clinic zijn, vooral om het HIV probleem aan te pakken. Elias vertelt dat het bijna ondoenlijk is de villagers in de kliniek te krijgen. Ze willen zich niet laten testen omdat ze de ziekte ontkennen en liever naar hun eigen medicijnman gaan. Toch zijn er ook enkele grote stenen huizen in de village, temidden van de krotten. Dit zijn ook stamleden, maar zij hebben zich wel weten te onttrekken aan de armoede door kansen te grijpen, zoals Elias ons uitlegt.

Na de village gaan we naar een van de townships. Hier zijn de huizen beter. Er zijn meer voorzieningen, zoals stromend water, riolering, elektriciteit en een vuilophaaldienst. De townships hebben een eigen gekozen bestuur, meestal bestaand uit leden van het ANC (de politieke partij van Mandela). Je ziet meer bedrijvigheid in de vorm van kleine winkeltjes. Voor echte grote winkels moet je echter ook niet in een township zijn, want daarvoor zijn de mensen er toch nog te arm. Grote bedrijven willen daarom niet investeren in townships. De voorzieningen als een gemeenschapshuis of sportvelden, worden vaak betaald door bedrijven waar de townshippers werken, in dit geval de kopermijn van Phalaworba.
Opvallend verschil met de villages is ook dat in de townships veel minder mensen op straat lopen of liggen. Meer mensen zijn aan het werk.


We gaan naar een day care center, een soort kleuterschool. Eigenlijk is het schoolvakantie en vandaag zijn er alleen die kinderen waarvan beide ouders werken. Als we aankomen, worden alle kleuters op stoeltjes gedirigeerd. We geven onze tas met spullen aan de principal, het hoofd van de school,  en delen zelf onze oranje voetbalfluitjes uit. De kleuters zijn zo gedisciplineerd dat ze pas beginnen te blazen als het mag van de juf. Kom daar maar eens om in Nederland!


De principal is een vriendelijke en vooral trotse vrouw. Ze laat ons alles zien. Het klaslokaal bevat plastic tafeltjes en stoeltjes en amper materialen. Aan de wand hangen briefjes met daarop de getallen, de namen van de maanden enz. Er hangt een letterkaart en de juf haalt twee van haar leerlingen erbij om te laten horen hoe goed zij het alfabet al kennen. Dit gaat vooral heel hard! Daarna laat ze de keuken zien en vervolgens haar eigen kantoor dat bestaat uit twee tafels, een kast en een kleed. Het kantoor wordt tevens gebruikt als speelplaats voor als het regent. Op de tafel staat een verzameling gekafte cornflakesdozen. Op elke doos staat de naam van een kind en in de dozen zijn de papieren van de kinderen verzameld: het leerlingvolgsysteem!


Het schooltje is een van de projecten die ondersteund wordt door de Sefapana lodge. Het is bijzonder confronterend om te zien hoe groot de verschillen zijn met onze Nederlandse scholen. Speelmateriaal is er amper, alles is oud en kapot en toch zijn ze oh zo blij met hun onderkomen, simpelweg omdat er voorheen niet eens een plek voor hen was. En de kinderen, zo blij met het simpele fluitje, alsof we hen allemaal een Playstation hebben gegeven.
We worden uitgezwaaid door de kleuters, die overigens nog steeds klemvast op de stoeltjes zitten, en gaan naar een volgende school. Ook hier geen leerlingen, maar wel een aantal mensen die een studiedag hebben. Het is een school voor gehandicapte kinderen tot zes jaar. Een betaalde leerkracht, de rest is vrijwilligers. Ook deze school wordt ondersteund door de Sefapane lodge. Zij hebben de oprijlanen betaald voor de rolstoelen, zodat de kinderen gemakkelijker naar binnen kunnen. Ook hebben ze voor een keuken gezorgd, zodat de kinderen op school warm kunnen eten.
Ook hier weer de confrontatie: het speellokaal staat vol met materialen die wij 50 jaar geleden al hadden weggegooid, maar hier nog dienst doen. Net als in onze kleuterscholen is de ruimte verdeeld in hoeken: een leeshoek, een bouwhoek, een poppenhoek, een kunsthoek. De kunsthoek is leeg, er zijn geen materialen. De poppenhoek bestaat uit een stapel oude knuffels en in de leeshoek liggen wat stripboeken. In het midden van het lokaal staan drie rolstoelen: witte kuiptuinstoelen op wielen. Onvoorstelbaar in onze Westerse ogen, maar de leerkracht is trots op alles wat haar school heeft en kan bieden.


De volgende stop is bij een lokaal radiostation in een township. Het station is opgericht na het verkrijgen van giften en zendt 24 uur per dag nieuws en muziek uit. De oorspronkelijke gedachte was dat radio door iedereen beluisterd kan worden, dus ook door hen die geen krant kunnen lezen. De zender vervult daarom een belangrijke functie voor de township. We kijken in de uitzendstudio en worden live geïnterviewd: wat vind je van Zuid-Afrika en waarom heb je geen kinderen bij je? (ik ben nu ik dit typ, bang voor de commentaren die we zullen krijgen van onze kids … niet te hard please J) Ook hier valt ons op hoe trots iedereen is op dat wat ze doen en bereikt hebben.


We rijden verder door de townships en passeren een gedeelte waar vluchtelingen uit Mozambique wonen. Zij zijn een aantal jaren geleden door het Krugerpark naar Zuid-Afrika getrokken tijdens een burgeroorlog. Er zijn stenen huisjes voor hen gebouwd en ze worden bij wet beschermd. Binnen de township wordt deze groep vaak met argusogen bekeken, omdat ze banen inpikken van Zuid-Afrikaners…. Waar hebben we dit meer gehoord?


Het laatste onderdeel van de dag is een dansgroep die optreedt, De groep bestaat uit een ongeveer vijftien mannen en jongens, allemaal behorend tot een familie. Het is een traditionele dans van een bepaalde stam, die vroeger uitgevoerd werd als er een overwinning behaald was. Deze familie zet zich in om op deze manier de traditionele danscultuur te behouden. Het voelt wat ongemakkelijk, al die mannen die zich zo in het zweet werken alleen voor ons, maar volgens Elias hoeven we ons daarover geen zorgen te maken. De familie verdient op deze manier immers gewoon wat geld bij, want ze worden betaald uit de bijdrage van de communitytour en natuurlijk uit de fooien.
Overigens kijken we al snel niet meer alleen, want een groot aantal kinderen uit het dorp komt erbij en danst op een afstandje mee.

We rijden terug naar de lodge en praten lang na met Arlette, een Nederlandse vrouw die hier woont en werkt. De tranen komen, het blijkt te confronterend allemaal. Wellicht niet goed om te doen, maar je gaat toch vergelijken. Wij Nederlanders, met onze prinsjes en prinsesjes die alles kunnen krijgen wat ze willen en vaak meer dan dat, gezet tegenover de armoede van de kinderen hier. En dit is al zo lang zo ….hoe is het toch mogelijk? Waarom krijgt de wereld het niet voor elkaar eerlijker te delen?
Elias, de tourguide, vraagt ons vooral de vrolijkheid van de mensen te belichten. “Het zal nog enkele generaties duren, maar ooit komt het goed. Tot die tijd zijn de mensen hier, ondanks hun zorgen, ook gewoon gelukkig, net als jullie in Nederland. Laat de narigheid niet overheersen in je herinneringen, houd vast aan hun vrolijkheid en hun hoop. Daarmee doe je hen recht.”


We krijgen wat typische Zuid-Afrikaanse hapjes van de lodge. De pap de we gisteren aten, aangevuld met een soort gekruide spinazie en een worstje. Hierna gaan we snel de korte broek aantrekken want het weer is prachtig vandaag. We gaan met eigen auto naar het Krugerpark. En vandaag hebben we veel meer geluk: we zien opnieuw veel olifanten, maar nu ook met jongen erbij. Sommige staan op nog geen vijf meter van onze auto. We zien giraffen, zebra’s, een wrattenzwijn (Hakuna matata!), een grote groep buffels, slapende nijlpaarden op de oevers, een Afrikaanse ooievaar waarvan we de naam even kwijt zijn en zelfs een luipaard! Deze laatste was wat te snel voor onze camera’s, maar we hebben hem wel gezien!


Het is een geweldige middag. Het park heeft alle kleuren rood en geel die je je kunt bedenken, met dank aan de stralende zon. We tuffen met de raampjes open door het park, links en rechts kijkend en stoppen elke keer als we een beest zien.

Jammer is dat het park om half 6 dichtgaat, maar dit heeft te maken met de wintertijd hier. Het is nog een race tegen de klok om op tijd bij de uitgang te zijn, en we houden ons niet precies meer aan de  maximale snelheid van 50 km per uur ….. Zo’n tien seconden te laat zijn we bij de poort: Time’s up! Paniek! Een vette bon of moeten we achterblijven in het park? Gelukkig mogen we nog wel weg, maar wel via de strafuitgang: achterlangs! 


Vanavond mogen we nog eten in het restaurant, pizza-avond! 

3 opmerkingen:

  1. wauw, dit is beter dan een spannend boek...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi allebei,

    Inderdaad, dit is veel beter en prachtige foto's. Niet te geloven dat je dit, in die 4 dagen pas, allemaal al gezien hebt. Kun je het allemaal nog bevatten?
    Supergaaf en je schrijft het ook allemaal zo lekker leesbaar. soms zal het inderdaad wel confronterend zijn. Blijf zoals jullie gids zei, de positieve dingen onthouden, anders word je helemaal gek.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Aaaah en wat had je geantwoord op de radio waar de kinderen warem;). Mooi dat er gezegd wordt dat je de kinderen recht doet door hun hoop en trots te onthouden en niet te focussen op t nare en de ongelijkheid!

    BeantwoordenVerwijderen