donderdag 19 juli 2012

19 juli, regio Swellendam



Na een nacht met iets minder lawaai van de vogels (of raken we eraan gewend), maar wel wakker geschrokken van gesnuffel rondom de tent (en niet durven kijken!), zetten we om 7 uur de tent weer open voor een uitzending van National Geographic. De zon schijnt, het water is rimpelloos en de temperatuur is aanzienlijk hoger dan gisterochtend. Met het gezellige geboer en gesnuif van de hippo’s en het geplons van de opspringende vissen, volgen we deze live uitzending vanuit ons bed. Hoe heerlijk kun je wakker worden!


Na de douche in de open lucht en het ontbijt – geen eieren vandaag, we groeien dicht – drinken we koffie op onze vlonder om het afscheid van deze geweldige plek nog even uit te stellen.
Het golfkarretje brengt de bagage naar onze auto en we gaan op weg. 



Vandaag naar Swellendam via Route 62, de Route 66 van Zuid-Afrika. Het is niet alleen de naam die doet denken aan Route 66, ook dat wat we zien doet ons denken aan de rondreizen door het zuid-westen van Amerika. Rode afbrokkelende bergen, huisjes aan de voet ervan en een weg die tussen de heuvels door slingert en na elke bocht een nieuw uitzicht biedt. Prachtig!



Zelfs de dorpjes doen Amerikaans aan: brede straten en laagbouw aan weerszijden met veranda’s voor de winkels om droog of in de schaduw te kunnen lopen. Alleen de krottenwijken buiten de dorpen zijn niet Amerikaans.


Ook vandaag hebben we weer regelmatig te maken met wegopbrekingen. Kilometerslange stukken weg worden dan dichtgegooid, zodat je slechts eens per kwartier over de ene overblijvende baan kunt rijden. Deze wegwerkzaamheden worden aangekondigd door mannen en vrouwen gekleed in neon verkeersvestjes en met een vlaggetje in de hand. Soms staan er zes van dit soort regelaars vlak na elkaar te zwaaien alsof we de Grand Prix aan het rijden zijn.


In Calitzberg drinken we cappuccino. Mooi systeem is dat met die koffie in Zuid-Afrika: vraag je koffie, krijg je warm water met een schepje oploskoffie. Bestel je cappuccino, dan krijg je warm water met twee schepjes oploskoffie en een berg opgeklopte melk er bovenop! Bereidingstijd van de laatste: zeker 10 minuten!
De Afrikaanse taal, dat wat zoveel op het Nederlands lijkt, komen we in dit gedeelte van Zuid-Afrika veel meer tegen dan in de provincies in het noorden van Zuid-Afrika die we eerder bezochten. De zwarte bevolking spreekt het hier ook, omdat het in de Kaapprovincies onderwezen wordt op de scholen. Het is vermakelijk om de bordjes met grappige woorden en zinnen te lezen. Hier geen moeite met het leren van werkwoordspelling! Die weg is gesluit punt. Ook de namen zijn erg Nederlands: Piet en Wilma de Jager, of Slabber & Slabbert – Rekenmeesters (accountants). En voor het ophalen van je vullis kun je altijd Kobus bellen. En zou het niet mooi wonen zijn in plaatsjes als Welbedacht, Vergelegen of Opsoek?


Bij Barrydale, een klein slaapstadje aan de R62, drinken we wat in de plaatselijke kroeg waar oude mannen gebiologeerd naar een cricketwedstrijd op tv zitten te kijken.




De Tradouwpas is rond 1870 met een aantal gevangenen aangelegd en in 1980 opnieuw geopend, nu met een laag asfalt en picknickplekken langs de weg.



Na de pas komen we door een landbouwgebied met boerderijen die vooral koeien houden. Honderden koeien op een te klein weiland, terwijl er zoveel ruimte is. Zou daar een reden voor zijn?
De weg naar B&B Skeiding waar we de komende nacht zullen slapen, loopt via een onverhard pad tussen de heuvels door. De weilanden staan vol met tarwe en koolzaad en op de graslanden lopen schapen in allerlei kleuren bruin. De struisvogels die we vandaag zien blijken lang niet zo bangig als die op de weg naar Buffelsdrift, twee dagen geleden. Integendeel, ze komen met zijn allen aanrennen om te kijken wat daar nu voor het hek staat. Een idioot gezicht, die beesten met koppen die alle kanten opdraaien in volle vlucht richting hek, waar ze met gierende remmen stil blijven staan. 


Na de rough road van 20 km, waar we ons ook nog eens verrijden, komen we aan bij Skeiding. Een grote boerderij op een heuvel, als ware het een middeleeuws kasteel! Het lijkt alsof we aan het eind van de wereld zijn aangekomen. In de wijde omtrek is niets te zien, en toch moeten hier mensen wonen aangezien het hele gebied voor landbouwdoeleinden wordt gebruikt.  



We worden hartelijk ontvangen door de eigenares van de B&B. Ze laat ons het huisje zien, een gezellige woonkamer annex keuken plus slaapkamer met weids uitzicht over de omgeving. Het huisje doet een beetje jaren 70 aan, met gehaakte beddensprei en geborduurde kussens. Heerlijk die elektrische dekens, het is hier 's nachts stervenskoud. De keuken is ingericht voor zelfkokers, compleet met pannen en magnetron. In de mooi aangelegde tuin ligt een zwembadje, maar dat is voor deze tijd van het jaar veel te koud.


De eigenaresse vertelt dat de keiharde bergwind, die er al is sinds wij over de pas reden, de voorbode vormt voor regenbuien. Wij hebben mazzel dus, want de wind is heerlijk bij deze temperatuur van rond de 24 graden.

We maken een wandeling tussen de weilanden door, vergezeld van onze ‘friend for one day’, een dappere teckel. Het beest rent als een malle om ons heen, dan weer voor, dan weer achter ons. In een van de weilanden ligt een reusachtige struisvogel plat op de grond achter een bosje. Maf gezicht. In de info hadden we al gelezen dat ze dit doen omdat ze zich zo denken te verstoppen. Is dit nu de kop in het zand steken?


Maar dan richt het kolossale gevaarte zich op en rent naar het hek waar wij staan. Hij blaast en stampt en gooit zijn kop nijdig over het hek. De teckel loopt achterstevoren met de staart tussen de benen weg, onderwijl steeds omkijkend of wij volgen. Pas als we weer op het pad staan, kwispelt hij verder.


Rond 5 uur zijn we terug op de boerderij, waar we in de tuin nog even van de laatste zon genieten. Er zijn inmiddels meerdere gasten aangekomen.

Om 7 uur is er een braai in the main house. Daar maken we kennis met Neels, de boer. Neels is een enthousiaste man, die vol trots over zijn bedrijf vertelt. Hij praat druk en veel, ziet alles en doet alles om het zijn gasten naar de zin te maken. Voor de braai heeft hij iemand ingehuurd, de bijgerechten zijn gemaakt door zijn vrouw.
We zitten aan een sfeervol gedekte tafel met een Nederlands en een Zuid-Afrikaans stel. De Nederlanders zijn ook op vakantie hier, de Zuid-Afrikanen zijn op doorreis naar Kaapstad. Natuurlijk komt de politieke situatie weer aan de orde, en we horen dezelfde verhalen. De Zuid-Afrikaanse gast vertelt over de baan die hij had, en dat hij met pensioen werd gestuurd om plaats te maken voor een zwarte werknemer. Toen bleek dat deze persoon niet functioneerde, werd hij als consultant weer ingehuurd bij hetzelfde bedrijf.


We krijgen een tweekleurige soep vooraf (hoe schep je zoiets op?): de ene kant van het bord met wortelsoep, de andere kant is groen van een soep van erwten en koriander. Daarna struisvogelbiefstuk uit de open haard, met broccoli, zoete aardappels en gewone aardappels. De wijn vloeit rijkelijk, en er komt zelfs een fles champagne tevoorschijn omdat Neels wil laten zien dat hij de kurk eraf kan slaan met een zwaard!


Ik krijg nog een college over een bepaald soort runderen en bewonder de huiden van die beesten die volledig symmetrisch zijn: vlek links = vlek rechts. Geniaal!
Als Neels hoort dat wij op de Vakantiebeurs in Utrecht zullen vertellen over onze reis, krijgen we een stapel flyers mee en twee struisvogelplumeaus ‘orange, the colour of Holland’. 
Na het toetje, citroenijs of chocoladecake met ijs, gaan we slapen. Henk voelt zich beroerd en begint aan de verpakking diarreeremmers. Ook de andere Nederlanders aan tafel zijn al ziek geweest, waarschijnlijk zijn onze tere Hollandse buiken niet bestand tegen al dat vette geweld van bacon and eggs op de vroege morgen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten